U trad zelf aan in 2001. Ook toen was het, net als nu, een turbulente tijd in de bouw. Wat gaf de doorslag om voor het familiebedrijf te kiezen?
,,We hadden een roerige periode achter de rug. Veel concurrentie. De risico’s waren groot en de marges dun. Het inmiddels tot De Kok Bouwgroep omgedoopte familiebedrijf stond toen voor een historische keuze: verkoop of zelfstandig doorgaan. Mijn vader was op leeftijd en vanuit de familie nam ik plaats in de directie. De verkoop strandde echter en de financiële situatie dwong ons in 2002 tot een reset van het bedrijf. Vanuit persoonlijke verbondenheid en verantwoordelijkheidsgevoel voor de organisatie, de relaties en klanten zijn we verder gegaan in Bergen op Zoom en Breda.”
Anno 2024 is De Kok Bouwgroep een gezond bedrijf, met restauratiespecialist Cauwenborgh als zelfstandig onderdeel van de club en een derde vestiging in Oosterhout. Bent u trots op die geleidelijke groei en ontwikkeling?
,,We zijn nog steeds dankbaar voor elk mooi project dat ons is gegund. Groei is voor ons nooit een doel op zich geweest. Wel heb je een zekere schaalgrootte nodig om te blijven ontwikkelen en mee te gaan met de tijd. Ik ben vooral trots op de 180 betrokken medewerkers die zich thuis voelen in ons bedrijf, met veel lange dienstverbanden, ook van vader op zoon. In de mensen zit de échte kern van ons familiebedrijf.”
Ondertussen is het voor de bouw weer een turbulente tijd. Wat merkt u daarvan in het bedrijf?
,,De regelgeving in zijn algemeenheid maakt bouwen complexer en daarmee prijziger. De betaalbaarheid van woningen staat erg onder druk. Nog even los van de energiecongestie en het gebrek aan bouwgrond. We zijn gelukkig trouw gebleven aan de spreiding in werksegmenten. Er is nog veel werk in het verduurzamen. Voor woningcorporaties zijn we daarin actief van Vlissingen tot Tilburg. Verder is er nu de inhaalslag in de aanpak van scholen. Samen zorgt dat ook voor mooie opdrachten.”
En hoe zit het met de vaklui van morgen? Ziet u daarvoor voldoende perspectief?
,,In de hele bouwbranche zie ik een toenemend besef dat bouwers enerzijds als integere concurrenten hun projecten maken maar anderzijds als maatschappelijke partners samenwerken als het gaat om als scholing en het delen van kennis. Het is onze taak om jongeren de kans te geven het vak te ervaren, te leren en keuzes te maken om dat te doen waar hun hart ligt. Het werk wordt alleen maar leuker, ondersteund met artificial intelligence en modulair geprefabriceerde bouwmaterialen die steeds vaker biobased en of circulair zijn. De metselrobot op de bouwplaats is nog niet meer dan een showmodel. Ik voorzie dat we, vanwege lagere milieubelasting, steeds meer gebouwen van hout gaan bouwen, ook hoogbouw. Met het hout waarmee het voor opa Adriaan allemaal begon.”