Niet gecategoriseerd
28 mei 2024

De Kok Bouwgroep bestaat 100 jaar: ‘Nog steeds dankbaar voor elk mooi project dat ons is gegund’

Bron: BN DeStem Bergen op Zoom, geschreven door Ben van den Aarssen.  Foto: Marina Popova/Pix4Profs

BERGEN OP ZOOM – Het familiebedrijf De Kok Bouwgroep bestaat honderd jaar. Het bereiken van die mijlpaal werd donderdagmiddag gevierd met een drukbezochte receptie in Het Markiezenhof. Bij een jubileum hoort, naast terugkijken op een rijke geschiedenis, oog hebben voor de toekomst.

Al helemaal in deze voor de bouw zo turbulente tijd, met personeelstekorten, hoge milieueisen en talloze duurzaamheidsopgaven. Directeur Bart de Kok, de derde generatie bij het van origine Bergse bedrijf, gelooft in de kracht van zijn onderneming. ,,We hebben de verantwoordelijkheid om nieuwe generaties vaklui een toekomst te geven.’’

 

Uw opa Adriaan de Kok richtte het bedrijf een eeuw geleden op, op 24 april 1924 om precies te zijn. Kunt u ons meenemen naar die tijd?

,,In de bouw heb je altijd te maken met golfbewegingen, met groei en krimp, dat was toen niet anders. Het jaar 1924 viel in de periode van economisch herstel en optimisme. Mijn opa begon als meester-timmerman voor zichzelf, met niet veel later een werkplaats aan huis, aan het Lourdesplein. Binnen de kortste keren waren er tien man in dienst. Het uurloon bedroeg toen drie dubbeltjes en een houten plank kostte twee kwartjes voor een vierkante meter.”

U hebt uw opa nog gekend. Wat was het voor een man?

,,Hij was altijd kort van stof. Nuchter van karakter, bescheiden en tot het laatst toe betrokken bij de projecten en de mensen, eigenschappen die we nog altijd in dit bedrijf koesteren. Opa had het op verjaardagen en andere familiebijeenkomsten altijd over de bouw. Hij was er nog bij toen we het 50-jarig bestaan vierden. Tijdens dat jubileumjaar werd het Bredase bedrijf Rhee en Van den Berg overgenomen. We kregen er een vestiging in Breda bij met 50 personeelsleden.”

Het bedrijf heette inmiddels Adriaan de Kok en zonen. Want oom Piet en later uw vader Leo bouwden het bedrijf in de naoorlogse periode uit. Had u zelf eigenlijk de vrije keus om in hun voetsporen te treden?

,,Bouwen zit in mijn genen. Daar kun je niet omheen. Maar ik ben wel altijd vrijgelaten bij het maken van keuzes. Ik kon alle kanten op. Heb zelfs nog architectuur gestudeerd. Iets creëren, oog voor detail, dat heb ik altijd mooi gevonden. Ik heb eerst twaalf jaar in andere bouworganisaties gewerkt. Bij het bedrijf van mijn vader waren op dat moment vijf directieleden. Daar moet je als jong broekie met de achternaam De Kok niet tussen willen zitten.”

 

Bouwen zit in mijn genen. Daar kun je niet omheen. Maar ik ben wel altijd vrijgelaten bij het maken van keuzes

Het familiebedrijf groeide alsmaar door, ook door overnames van spelers als Van Vliet Installaties. De omzet ging zelfs door de magische grens van 100 miljoen gulden. Wat was volgens u de grootste succesfactor?

,,Naast scherp ondernemerschap was er altijd al een brede oriëntatie op de markt. In de beginjaren lag de nadruk op woningbouw. In de jaren zestig werd tijdig de omslag naar utiliteit gemaakt. Nieuwbouw, renovatie, onderhoud en service, we deden en doen het allemaal. Die spreiding van risico’s zorgde ervoor dat we altijd snel konden schakelen als het in de ene tak van sport even wat minder ging.”

 

Spreiding van risico’s zorgde ervoor dat we altijd snel konden schakelen als het in de ene tak van sport even wat minder ging

U trad zelf aan in 2001. Ook toen was het, net als nu, een turbulente tijd in de bouw. Wat gaf de doorslag om voor het familiebedrijf te kiezen?

,,We hadden een roerige periode achter de rug. Veel concurrentie. De risico’s waren groot en de marges dun. Het inmiddels tot De Kok Bouwgroep omgedoopte familiebedrijf stond toen voor een historische keuze: verkoop of zelfstandig doorgaan. Mijn vader was op leeftijd en vanuit de familie nam ik plaats in de directie. De verkoop strandde echter en de financiële situatie dwong ons in 2002 tot een reset van het bedrijf. Vanuit persoonlijke verbondenheid en verantwoordelijkheidsgevoel voor de organisatie, de relaties en klanten zijn we verder gegaan in Bergen op Zoom en Breda.”

 

Anno 2024 is De Kok Bouwgroep een gezond bedrijf, met restauratiespecialist Cauwenborgh als zelfstandig onderdeel van de club en een derde vestiging in Oosterhout. Bent u trots op die geleidelijke groei en ontwikkeling?

,,We zijn nog steeds dankbaar voor elk mooi project dat ons is gegund. Groei is voor ons nooit een doel op zich geweest. Wel heb je een zekere schaalgrootte nodig om te blijven ontwikkelen en mee te gaan met de tijd. Ik ben vooral trots op de 180 betrokken medewerkers die zich thuis voelen in ons bedrijf, met veel lange dienstverbanden, ook van vader op zoon. In de mensen zit de échte kern van ons familiebedrijf.”

 

Ondertussen is het voor de bouw weer een turbulente tijd. Wat merkt u daarvan in het bedrijf?

,,De regelgeving in zijn algemeenheid maakt bouwen complexer en daarmee prijziger. De betaalbaarheid van woningen staat erg onder druk. Nog even los van de energiecongestie en het gebrek aan bouwgrond. We zijn gelukkig trouw gebleven aan de spreiding in werksegmenten. Er is nog veel werk in het verduurzamen. Voor woningcorporaties zijn we daarin actief van Vlissingen tot Tilburg. Verder is er nu de inhaalslag in de aanpak van scholen. Samen zorgt dat ook voor mooie opdrachten.”

 

En hoe zit het met de vaklui van morgen? Ziet u daarvoor voldoende perspectief?

,,In de hele bouwbranche zie ik een toenemend besef dat bouwers enerzijds als integere concurrenten hun projecten maken maar anderzijds als maatschappelijke partners samenwerken als het gaat om als scholing en het delen van kennis. Het is onze taak om jongeren de kans te geven het vak te ervaren, te leren en keuzes te maken om dat te doen waar hun hart ligt. Het werk wordt alleen maar leuker, ondersteund met artificial intelligence en modulair geprefabriceerde bouwmaterialen die steeds vaker biobased en of circulair zijn. De metselrobot op de bouwplaats is nog niet meer dan een showmodel. Ik voorzie dat we, vanwege lagere milieubelasting, steeds meer gebouwen van hout gaan bouwen, ook hoogbouw. Met het hout waarmee het voor opa Adriaan allemaal begon.”